Als georganiseerde sport bestaat schermen sinds het begin van de 20e eeuw. Tevens maakte de discipline sinds 1896 deel uit van de Olympische Spelen. Sinds 1900 worden alle drie de wapens individueel gebruikt bij de Olympische Spelen en sinds 1908 ook in teamverband. Onenigheid over de gebruikte regels leidde in 1913 tot de oprichting van de Fédération Internationale d´Escrime (FIE), een instantie die ook nu nog als overkoepelende organisatie voor de beoefening van de schermsport optreedt.

Het schermen voor vrouwen werd voor het eerst individueel toegestaan bij de Olympische Spelen van 1924, alleen op de floret. De introductie van vrouwen floret in teamverband bij de Olympische Spelen liet op zich wachten tot de spelen van 1960. Gaandeweg drong de emancipatie ook door in de schermsport en tegenwoordig schermen vrouwen op alle wapens. Sinds de spelen van 1996 is de degen voor vrouwen (indivueel/team) ook een officieel Olympisch wapen.

Laten we echter vooral niet vergeten dat schermen ook een Paralympische discipline is. Hierbij wordt naast de gebruikelijke indeling in leeftijdsklassen tevens onderscheiden in drie klassen van motorisch vermogen. Het schermen voor gehandicapten vindt plaats vanuit de rolstoel. De rolstoel wordt vastgezet op een zwaar metalen frame, waarmee beide schermers op de correcte afstand geplaatst worden. Van daaruit begint het gevecht, waarbij de scheidsrechter (ook in een stoel) toeziet op de gevechtsgang en het correct verloop ervan. Vergis je niet, fysiek is vaak aanzienlijk zwaarder dan je denkt. Op meer recreatieve toernooien in bv. Duitsland schermen de rolstoelgangers vaak gewoon mee met de voetgangers, waarbij de valide schermer plaats neemt in een rolstoel voor zijn of haar ontmoeting met de rolstoelschermer. Het rolstoelschermen valt internationaal onder de IWAS Wheelchair Fencing, welke de (licht aangepaste) regels bepaalt en de belangrijkste wedstrijden organiseert.

Promotiefilm IWAS World Games 2019 in Sharjah (VAE)

In de loop van de 20e eeuw wordt de voor schermen kenmerkende elektrische signaalapparatuur ontwikkeld, aanvankelijk voor de degen (1936), maar later ook voor de floret (1956) en de sabel (1992). Aanvankelijk betrof dit de bevordering van een goede jurering. Het taak van de scheidsrechter is beslist geen dankbare bij het schermen vanwege de hoge snelheid van de actie en de complexiteit van de handeling. Zelfs de ondersteuning door vier hulpscheidsrechters, die uitsluitend op treffers hoeven te letten, maakt de taak niet eenvoudiger.

Belangrijker nog dan een goed jurering is tegenwoordig echter de aantrekkelijkheid van de sport voor publiek (en televisie). Zonder de elektrische signaalapparatuur is schermen met zijn snelle en veelal explosieve acties een vrijwel niet te volgen sport. De ingewikkelde en vaak per wapen verschillende regels maken zien en begrijpen vaak geheel verschillende dingen.

Literatuur

  • Nick Evangelista, The Art and Science of Fencing, Master Press (1996), ISBN 1570280754.
  • Allan Skip, Fencing (Know the Sport), Stackpole Books, ISBN 081172834X.
  • William M. Gaugler, et. al, The Science of Fencing: A Comprehensive Training Manual for Master and Student, Laureate Press (1997), ISBN 1884528058.